Kyotaku.
De Kyotaku is een grote ji-nashi shakuhachi. Hoewel er door
meerder shakuhachi-makers nog steeds mooie grote ji-nashi
shakuhachi gebouwd worden , wordt de naam Kyotaku
hoofdzakelijk gebruikt voor fluiten gebouwd in de traditie van
Koku Nishimura. In Europe is Tilo Burdach een zeer goede
maker van dit type Kyotaku.
Ook geeft hij les in deze manier van Kyotaku spelen. Andere bouwers
spreken gewoon van ji-nashi shakuhachi.
De
naam Kyotaku is een oude naam voor de shakuhachi ( zie ook bij
geschiedenis ) , die eigenlijk niet meer gebruikt
wordt. Koku Nishimura noemde zijn fluiten weer Kyotaku. De
Kyotaku verschilt in enkele belangrijke zaken van de
meeste andere shakuhachi.
-
In de eerste
plaats zijn ze voorzien van een grote binnendiameter , hetgeen
bepalend is voor de warme klank die het instrument heeft.
-
Op de tweede
plaats bestaat de bamboe voor een Kyotaku uit 7 “nodes” (
knooppunten in de bamboe ) , en liggen de gaten daartussen op
een vastgestelde manier verdeeld.
-
Op de derde
plaats is een Kyotaku altijd uit 1 stuk. Veel shakuhachi bestaan
uit 2 delen.
-
Op de vierde
plaats liggen bij een Kyotaku de gaten allemaal in het midden
van de fluit. Bij grote shakuhachi worden de gaten nogal eens
wat naar de zijkant geboord , zodat ze gemakkelijker te bereiken
zijn.
-
Op de vijfde
plaats wordt de Kyotaku anders vastgehouden dan de shakuhachi.
Dit geeft een meer ontspannen grip op het instrument.
Meer nog dan bij de shakuhachi ligt bij de Kyotaku de nadruk op het
meditatieve aspekt van het spelen. Shakuhachi
spelen wordt dan ook wel SUI-ZEN genoemd ( “blowing
zen” ofwel zen door middel van blazen ). Hierbij is het
principe van ONE TONE – ONE BREATH ( een toon – een
adem ) belangrijker dan het resultaat. Net zoals in de
zenbeoefening is het gaan van de weg belangrijker dan
aankomen.
In de shakuhachi-wereld is een veel gehoorde uitdrukking dan ook :
ICHI ON JOBUTSU
, ofwel verlichting in een enkele toon. De shakuhachi-speler gaat zo
op in het spelen van de
muziek , dat instrument en speler wegvallen , en er alleen
nog toon overblijft. Dit was ook de reden waarom de Komuso
deze muziek speelden. Vaak speelden zij hun hele leven
slechts enkele stukjes , teneinde de verlichting te bereiken.
Deze manier van blazen heeft echter als resultaat uiteindelijk wel ,
dat er een zeer mooi , warm en rustig geluid
ontstaat , dat zowel de muziekant als de toehoorders in een
diepe staat van rust brengt. Het spelen op een Kyotaku is
eigenlijk meer een rustig in- en uitademen , waarbij de adem
dan “toevallig” de fluit passeert en zijn mooie warme
klank afgeeft.
Een essentieel onderdeel van deze meditatieve stukjes vormt ook de
MA ( = de stilte tussen twee noten ). Het telkens
weer wegsterven van een toon in het niets , om daarna weer
opgevolgd te worden door de volgende toon, geeft deze
muziek zijn rustige uitstraling.
|